Arbeidsongeschikt: Wat kun je verwachten?

Als je je te ziek voelt om te werken, meld je dit dan zo snel mogelijk bij je werkgever. Hoe je dit doet, kan verschillen per organisatie. Raadpleeg het personeelshandboek of intranet, of neem contact op met je leidinggevende. Het is niet verplicht om de aard van je ziekte te melden; je werkgever mag wel vragen hoe lang je verwacht ziek te zijn en of er werkzaamheden moeten worden overgedragen.

Binnen deze periode word je uitgenodigd voor een gesprek met de bedrijfsarts. Deze arts zal je medische situatie bespreken, mag hier ook naar vragen en beoordelen wat je mogelijkheden zijn om te werken. De bevindingen worden vastgelegd in een probleemanalyse, waarvan zowel jij als je werkgever een kopie ontvangen. De bedrijfsarts deelt geen medische details met je werkgever. 

Je zult de bedrijfsarts nu mogelijk vaker gaan zien. De bedrijfsarts kan je om de 6 weken laten oproepen voor een spreekuur om te beoordelen hoe het met je gaat. 

Tip: Bereid je goed voor op het gesprek met de bedrijfsarts. Denk na over welke taken je wel en niet kunt uitvoeren en wat je beperkingen zijn. 

Op basis van de probleemanalyse stel je samen met je werkgever een Plan van Aanpak op. Hierin worden de afspraken vastgelegd over jouw re-integratie. Dit kan betekenen dat je tijdelijk ander werk gaat doen of aangepaste taken uitvoert. Het Plan van Aanpak wordt regelmatig geëvalueerd en indien nodig aangepast. Elke wijziging wordt vastgelegd en je ontvangt een kopie voor je eigen administratie.

Als je 42 weken ziek bent, moet je werkgever dit melden bij het UWV. Deze melding is belangrijk omdat het UWV dan weet wanneer zij jou eventueel moeten uitnodigen voor een WIA-beoordeling.

Na één jaar arbeidsongeschiktheid evalueer je samen met je werkgever de voortgang van je re-integratie. Eventuele beperkingen en vervolgstappen worden besproken en vastgelegd. De bedrijfsarts stelt een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) of Inzetbaarheidsprofiel (IZP) op, waarin je beperkingen worden weergegeven.

Op basis van dit profiel kan een arbeidsdeskundige beoordelen of je je huidige werk nog kunt uitvoeren, of aanpassingen mogelijk zijn, of dat er ander passend werk binnen het bedrijf is.

Als blijkt dat dit niet haalbaar is, of als er twijfel bestaat over je inzetbaarheid, kan de arbeidsdeskundige adviseren om een Spoor 2-traject te starten. Hierbij ga je, samen met je werkgever of een re-integratiespecialist, op zoek naar passend werk bij een andere werkgever.

Tip: Wees proactief in het zoeken naar oplossingen en mogelijkheden. Toon aan dat je bereid bent om samen te werken aan je re-integratie. Zowel jij als jouw werkgever zijn verplicht om mee te werken aan de re-integratie. Mocht er een 2e spoor traject worden gestart, dan wordt je geacht om hier je medewerking aan te verlenen.

Rond week 88 ontvang je van het UWV een uitnodiging om een WIA-aanvraag te doen. Vul alle benodigde documenten zorgvuldig in en zorg ervoor dat je dossier compleet is en tijdig wordt ingestuurd. Vraag indien nodig hulp aan je werkgever of re-integratiespecialist bij het invullen van de formulieren. Je medische dossier en overige relevante documenten moeten ook worden meegestuurd.

Tip: Begin op tijd met het verzamelen van alle benodigde documenten. Vraag je bedrijfsarts en werkgever om de benodigde informatie zodat je dossier volledig is.

Het UWV beoordeelt je dossier om te bepalen of er voldoende is gedaan aan je re-integratie. Als dit niet het geval is, kan het UWV besluiten dat je werkgever je loon nog maximaal één jaar moet doorbetalen. Als alles in orde is, word je uitgenodigd voor een gesprek met een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige van het UWV. De verzekeringsarts beoordeelt je medische situatie en stelt een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) op. De arbeidsdeskundige bepaalt vervolgens je arbeidsongeschiktheidspercentage, gebaseerd op wat je nog kunt verdienen met passend werk, bij je huidige of een andere werkgever.

Tip: Bereid je goed voor op het gesprek met de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige. Maak een lijst van je beperkingen en de impact hiervan op je dagelijkse activiteiten.